angstig kind
Opvoeden

5 manieren om jouw angstige kind te helpen

Er komt een tijd dat je kind ineens bang is voor alle dingen om hem heen. Bang voor inbreker, spoken en krokodillen onder zijn bed. Fijn om te weten is dat angst een heel normaal iets is. Angst hoort bij het opgroeien. Het is een emotie die jouw kind helpt zichzelf te beschermen tegen gevaar. Maar wat als angst de overhand krijgt op de ontwikkeling van je kind? In deze blog deel ik mijn 5 manieren over hoe jij je kind kunt helpen om zijn angst te verminderen. Maar eerst wil ik ingaan op het volgende:

 

Wanneer kan de angst van jouw kind overmatig zijn?

Je hebt angst, maar je hebt ook angst dat overmatig kan zijn. Wanneer spreken we dan eigenlijk over ‘overmatig’?

  • Als jouw kind situaties uit de weg gaat omdat hij bang is.
  • Als de angst zodanig hoog is dat jouw kind er lichamelijke klachten door krijgt.
  • Wanneer de overmatige angst de ontwikkeling van jouw kind belemmert.
  • Als jouw kind angstig blijft, terwijl er geen gevaar is.

 

5 manieren die een angstig kind kunnen helpen

  1. Laat je kind weten dat je ziet dat hij bang is. Probeer zijn angsten serieus te nemen. Je kind voelt zich op die manier begrepen en gesteund.
  2. Probeer je kind te laten vertellen waarvoor het bang is. Dit helpt hem om zijn emoties te herkennen en te leren begrijpen. En ja, dingen zijn soms heel spannend. En dat mag best gezegd worden.
  3. Stimuleer je kind wel om de dingen toch te doen waar hij zo angstig voor is. En daar bedoel ik niet mee: een duw in de rug geven, en ‘hup, gaan met die banaan’. Nee. Doe het in kleine stappen. Vraag waarbij jij je kind kan helpen. Spreek je vertrouwen uit. Je kind zal het fijn vinden om te horen dat je als ouder vertrouwen in hem hebt.
  4. Geef angst niet téveel aandacht. Mocht je nu denken dat ik mezelf tegen spreek? Nee. Begripvol zijn, erover praten en je kind stimuleren is prima.  Maar soms kan angst teveel op de voorgrond staan. Je kunt een angstig kind helpen door situaties niet groter te maken dan ze al zijn. Dit kun je doen door een eerlijk beeld te geven van deze situaties. Praat met je kind over de dingen die zouden kunnen gebeuren maar ook over de positieve kanten ervan.
  5. Tot slot heb je ook kinderen zo rond de 12 maanden/20 maanden. Vaak is bij deze leeftijd sprake van scheidingsangst. Oftewel: verlatingsangst. Dit hoort bij de ontwikkeling. Je kunt je kindje hier in ondersteunen. Door als je weg gaat, ook echt bewust afscheid te nemen en duidelijk te maken waar je naartoe gaat. Op het kinderdagverblijf waar ik werkte, gingen veel ouders expres stiekem weg, in de hoop dat hun kind het niet zou merken. Niet was minder waar. Sommige kinderen raakten in totale paniek.

 

Foto: Pixabay

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *